Geacht college, geachte geïnteresseerden,
Het Rotterdams Ondernemersbelang (ROB) vraagt dringend uw aandacht voor het volgende. Nu de ontwikkeling van nieuwe besmettingen met het coronavirus een dalende lijn vertoont en ook de druk op de zorg afneemt, is het punt bereikt waarop we moeten gaan nadenken over hoe de versoepeling van de beperkende maatregelen er uit kan komen te zien.
In de eerste fase van de lockdown lag de nadruk op deze beperkingen, ook omdat onvoldoende bekend was over de ernst en de aard van de verspreiding van het virus. De ondernemers van Rotterdam en de regio hebben dit aanvaard omdat er geen andere opties waren. Inmiddels echter weten we meer en is er ook een mate van beheersing bereikt. Dit is daarom het moment om over te schakelen van “kan niet” naar “hoe kan het wel”.
Hoewel het beleid op dit vlak in eerste instantie nationaal is, heeft Rotterdam hierin een belangrijke rol te spelen als belangrijkste economische motor van het land en als trekker in de veiligheidsregio. Het is dus zonder meer aan de gemeente Rotterdam om hierin de lijnen uit te zetten. Wij denken dat daarbij dan het primaat inmiddels over moet van de bestuurlijke pijler “openbare orde” naar de pijler “economie”.
Immers, de economie is uiteindelijk datgene wat ons allen te eten geeft en zaken financieel mogelijk maakt, zoals onze geweldige gezondheidszorg.
De vraag die hierbij centraal staat is hoe we weer aan de slag gaan en wie eerst gaan? Hoe zou een intelligente en gefaseerde start er volgens het Rotterdams Ondernemers Belang uit kunnen zien? Wij hebben daarom een uitvraag gedaan bij onze leden die input hebben geleverd voor onderstaande gedachten.
Persoonlijke dienstverlening en horeca
Diepe pijn wordt momenteel geleden door kleinschalige dienstverleners zoals kappers, schoonheidsspecialisten, pedi- en manicures, fysiotherapeuten en sportscholen. Ze staan allemaal op 0. Voor veel van wat deze ondernemers doen is een veilige invulling te vinden. Door afstand houden, maar ook door de geëigende beschermingsmiddelen voor te schrijven zoals mondkapjes en handschoenen. Wij denken daarom dat het goed is deze activiteiten nu gefaseerd onder de juiste voorwaarden vrij te geven.
De horeca vormt natuurlijk een sector op zich wat dit betreft. Wat echter denkbaar is, is om terrassen met passende afstand toe te staan en dan ook deze zonder vergunningsprocedure te laten uitbreiden om dezelfde bezetting mogelijk te maken. Eventueel is zelfbediening, bestellen kan met een app, een optie om medewerkers niet in nauw contact met klanten te laten komen. Hiermee kan een gedeelte van de horeca in de zomermaanden in elk geval vooruit.
Vervoer en transport
We moeten kijken naar welke sectoren voorrang zouden moeten krijgen bij het gebruik van het openbaar vervoer. Voorts zou het gebruik van mondkapjes in het openbaar vervoer voorgeschreven kunnen worden, om verspreiding van het coronavirus in deze noodzakelijk beperkte ruimten te kunnen inperken en medewerkers van het openbaar vervoer te beschermen bij de komende grotere bezetting.
In de bouw hebben werkgevers al afgesproken dat maximaal twee mensen in de auto, één voor en één achterin en drie mensen in een busje naar het werk mogen komen. Het lijkt ons goed idee om dit concept breder in te zetten.
Veel ondernemingen zijn momenteel aan het plannen voor een opstart in de 1,5 meter economie. Dit impliceert bijvoorbeeld een opstart met halve bezettingen op kantoren. Om medewerkers zonder extra gevaar van verspreiding van het virus van en naar werk te laten gaan zal een groter gedeelte dan gebruikelijk met de auto moeten komen. De gemeente kan dit faciliteren door het vergunningsvrij laten parkeren van deze medewerkers.
Werkplekken
In de praktijk wordt er al in veel gevallen gewerkt met teams die elkaar afwisselen. Bijvoorbeeld een groep ’s morgens en ’s middags op kantoor en de andere groep thuiswerken. Op de werkplek zelf kan ook gewerkt worden met ‘vaste’ teams, zodat de kans op besmetting kleiner wordt.
Natuurlijk dient op de werkplek een aftand van 1,5 meter in acht genomen worden (liever meer), en waar dit niet mogelijk is dient met mondkapjes gewerkt te worden. Ook de pauzes kunnen in een soort ploegendienst plaatsvinden. Met minder tafels in kantine zodat er ook voldoende afstand kan worden gehouden.
Moet er ‘samen’ iets worden gedaan, zoals vaak het geval is in de bouw, dan dient dit door vaste duo’s voorzien van mondkapjes te gebeuren.
In situaties met wisselende medewerkers zoals bij constructieprojecten, kan ook dagelijks de temperatuur van mensen opgenomen worden en mensen weer naar huis gestuurd worden wanneer aangewezen.
Bovenstaande maatregelen zullen door ondernemingen ingevoerd kunnen worden. Er zijn al ondernemingen die zo werken, door beschermingsmiddelen te verstrekken, of in ploegen te werken. Het is echter van groot belang om als overheid hier richtinggevend in te acteren om zo de norm te stellen waar ook de ondernemingen die hier geen uitgesproken beleid voor hebben zich kunnen conformeren.
Welke sectoren eerst?
Het is belangrijk om te bepalen wat de werkzaamheden betekenen in de plaats in de economische keten. En hoe groot of klein de kansen op besmetting in een bepaalde sector zijn.
Op basis hiervan kan de opstart geprioriteerd worden. Daarbij valt te denken aan een eerste opstart van het lager onderwijs, wat meteen een gedeelte van de werkkracht voor de economie weer vrijmaakt, en de toeleveranciers van grotere ondernemingen. We hebben immers te maken met een aanbodschok, dus als eerste is het dringend geboden dat de aanbodzijde van de economie hersteld wordt het voor bedrijven weer mogelijk te maken hun goed of dienst te leveren.
Financiering
Banken doen hun best, maar ook de lokale overheid zou hier een grotere rol in moeten spelen waar het gaat om zekerheidsstelling. Een instrument hiervoor zou de Kredietunie Rotterdam kunnen zijn.
Bij financiering zou ook moeten worden gekeken naar het belang van de onderneming in de productieketen.
Maak de kredieten mogelijk voor een langere periode, liefst onbeperkt maar ten minste voor de duur van een jaar.
Overige
Het is goed om (vergunning)voorschriften of onderdelen hiervan tijdelijk niet te handhaven als deze wegens corona maatregelen moeten worden overtreden, bijvoorbeeld terrasgrenzen of openingstijden, venstertijden voor levering, parkeren.
Het is sowieso nodig om in de moeilijke fase die nu gaat volgen procedures te verkorten en te versoepelen teneinde het herstel te bespoedigen. Dit is bijzonder urgent omdat we maximale flexibiliteit nodig hebben voor een snel herstel.
De online dienstverlening van de gemeente moet worden uitgebreid. Dit kan blijvend zijn en een blijvende verbeterde bereikbaarheid betekenen. Dit zal weer bijdragen aan de economische dynamiek van de stad.
Tenslotte wijzen wij u er met nadruk op dat de meeste sectoren inmiddels gedetailleerde plannen hebben uitgewerkt om invulling te kunnen geven aan het “hoe kan het wel” in de 1,5 meter economie. Wij menen dat het verstandig is daarvan gebruik te maken waar mogelijk.
Oproep
Geacht college, wij staan voor een uitdaging van een enorme omvang om de economie van Rotterdam te redden. Het zal van veel ondernemers het uiterste vergen om deze tijd te doorstaan en daarna weer te kunnen gaan bouwen. Ook van de gemeente moet in dit kader het uiterste gevraagd worden.
De urgentie is zodanig dat als we dit niet goed aanpakken de stad nog vele jaren van economische terugval tegemoet gaat met alle rampzalige gevolgen van dien. Dat kunnen we niet laten gebeuren.
Dringend roepen wij u op de inhoud van deze brief bij uw overwegingen een belangrijke plaats te geven. Graag lichten wij u onze standpunten nader toe in een videogesprek.
Met vriendelijke groet,
Namens het ROB,
Pieter van Egmond
(voorzitter van het Rotterdam Ondernemersbelang)
T: +31 (0)85 760 07 00
E: pieter.van.egmond@bridge-economy.nl