Hoogtepunten uit Miljoenennota 2023

Hoogtepunten uit Miljoenennota 2023

Inleiding

  • Het kabinet maakt structureel twee miljard euro extra vrij voor armoedebestrijding. Dit wordt voor het grootste deel betaald uit herverdeling, waardoor mensen met een hoger inkomen iets meer belasting betalen. Dus mensen met een hoger inkomen zullen meer moeten betalen.
  • Bedrijven hebben moeite met het vinden van personeel. De krappe arbeidsmarkt brengt uitdagingen met zich mee, maar biedt ook de kans om te investeren in mensen en het gesprek te voeren over maatschappelijk waardevol werk.
  • De overheidsschuld is nu 47,3%. Dat wordt 52,9% in 2028

Hoofdstuk 1

  • Om grote maatschappelijke uitdagingen te kunnen aanpakken, is de verdiencapaciteit van Nederland van belang. Het geld dat daarvoor nodig is, moet immers eerst verdiend worden. Hiervoor is een stabiel en aantrekkelijk ondernemingsklimaat een randvoorwaarde. De overheid streeft daarom naar versterking en behoud van innovatiekracht en de concurrentiepositie. De overheid investeert generiek en gericht in een innovatieve economie en focust onder meer op economische weerbaarheid met het Nationaal Groeifonds, waarmee ook private investeerders worden gelokt.
  • Om de verduurzamingsslag te maken zijn veel handjes nodig, maar het arbeidsaanbod is tegelijkertijd schaars. Eind 2022 was bijna 40% van de vacatures voor beroepen gerelateerd aan de energietransitie onvervulbaar. In totaal stonden 48.000 vacatures open. Het is niet uitgesloten dat de vraag naar personeel nog meer toeneemt. Tegelijkertijd is de verwachting dat het arbeidsaanbod slechts beperkt zal toenemen. Ditzelfde geldt voor de zorg, waar de verwachting is dat het tekort aan zorgpersoneel oploopt tot 135.000 in 2031.
  • Tussen september 2022 en april 2023 daalde de werkloosheid van 3,8% naar 3,4%. De cao-loonstijgingen hebben een positief effect op de koopkracht van werknemers. De cao-lonen reageren met een vertraging op de sterk opgelopen inflatie, waardoor de reële cao-loonontwikkeling zich in 2023 en 2024 naar verwachting langzaam herstelt.
  • Met winstinflatie wordt bedoeld dat bedrijven hun afzetprijzen gemiddeld meer verhogen dan nodig om te compenseren voor stijgende kostprijzen. Onder de streep worden ze dus winstgevender. Uit onderzoek van De Nederlandsche Bank (DNB) blijkt dat winsten hebben bijgedragen aan de binnenlandse prijsdruk.
    • Dit riep de vraag op of het bedrijfsleven moedwillig prijzen meer dan nodig verhoogde in de hoop zo te profiteren van de inflatiedynamiek. Diverse onderzoeken hiernaar hebben laten zien dat het te vroeg is om hier conclusies over te trekken. Er zijn zeker sectoren die bovengemiddeld goed hebben gepresteerd, maar ook sectoren waarvoor dat niet geldt. Ook verschillen bedrijven onderling te sterk om kostenstijgingen goed door te berekenen.
  • Het doel van de nationale grondstoffenstrategie is om de leveringszekerheid van kritieke grondstoffen op middellange termijn te vergroten. Er wordt ingezet op verschillende handelingsperspectieven zoals circulariteit en innovatie, duurzame Europese mijnbouw en raffinage, diversificatie, verduurzaming internationale ketens en kennisopbouw en monitoring.

Hoofdstuk 2

  • De lagere opbrengst van Pijler 2 binnen de vennootschapsbelasting, de taakstelling belastingconstructies en fiscale regelingen en het uitstel van het nieuwe box 3 stelsel naar 2027.
    • De dekking voor Pijler 2 bestaat uit drie componenten: verhoging van de Aof-premie, verlaging van de mkb-winstvrijstelling en verhoging van de accijnzen op tabak en alcohol. De taakstelling belastingconstructies en fiscale regelingen is ingevuld met het afschaffen van het verlaagde btw-tarief op agrarische inputgoederen en diensten, met het versoberen of afschaffen van regelingen binnen de autobelastingen en de verhoging van het tarief eerste schijf in box 1. In 2024 wordt tot slot eenmalig het heffingsvrij vermogen niet geïndexeerd om het jaar uitstel van box 3 te dekken. Ook is daarvoor het box 3 tarief in dat jaar een procentpunt hoger.
  • Gezien de demissionaire status van het kabinet, is besloten om vooralsnog geen invulling te geven aan de drie openstaande lastenmaatregelen uit het klimaatpakket van het voorjaar, maar besluitvorming hierover aan de formatie te laten. Dit betreft de maatregelen Betalen naar Gebruik, de afbouw van fossiele subsidies en de taakstelling van 1,2 Mton CO2-reductie via tariefaanpassingen van de energiebelasting.
  • 1a Lagere opbrengst Pijler 2 (vpb)
    • Invoering van Pijler 2 vanaf 2024 levert minder op dan voorzien in het coalitieakkoord: structureel 466 miljoen euro in plaats van 1 miljard euro.
  • 1b Verhogen Aof hoog tarief met 0,09%
  • 1c Verlagen mkb-winstvrijstelling van 14% naar 12,7%
  • 1d Verhogen tabaksaccijns sigaretten en shag met respectievelijk 60 en 117 eurocent per pakje
  • Verhoging tarief eerste schijf box 1
    • Het deel van de taakstelling waarvoor geen dekking gevonden kan worden via constructies of fiscaleregelingen, wordt conform de placeholder gedekt middels verhoging van het tarief eerste schijf in box 1 in stappen naar 37,04% in 2027.
  • 3a Uitstel nieuwe box 3 stelsel van 2026 naar 2027
    • De invoering van het nieuwe stelsel voor box 3 is uitgesteld naar 2027. De incidentele derving van 395 miljoen euro dient te worden gedekt binnen het inkomstenkader.
  • 3b Box 3: Heffingsvrij vermogen niet indexeren in 2024 en tarief enkel in 2024 +1%-punt
    • Het heffingsvrij vermogen wordt niet geïndexeerd in 2024 waardoor het 57.000 euro bedraagt in plaats van 62.643 euro. Daarnaast wordt de verhoging van het tarief naar 34% één jaar naar voren gehaald, zodat in 2024 het tarief 34% bedraagt in plaats van 33%.
  • 6a Kadercorrectie inzet envelop loondoorbetaling bij ziekte (LDBZ) aan lastenkant
    • Als onderdeel van het arbeidsmarktpakket is besloten om de envelop loondoorbetaling bij ziekte (uitgavenkant) in te zetten voor lastenverlichting bedrijven. Hiervoor wordt een kadercorrectie toegepast.
  • 6b Uitzondering WW-premie voltijdcontracten
    • Als onderdeel van het arbeidsmarktpakket wordt de systematiek rondom de WW-premieheffing gewijzigd. Momenteel moeten werkgevers het hoge tarief betalen als blijkt dat een werknemer méér dan 30% overwerk heeft uitgevoerd t.o.v. de uren in zijn contract. Er geldt een uitzondering op deze regel voor werknemers die een contract hebben van meer dan 35 uren per week. Deze grens wordt verlaagd naar 30 uren per week.
  • 6c Intensivering afdrachtvermindering S&O (WBSO)
    • De Wet Bevordering Speur- en Ontwikkelingswerk (WBSO) maakt het voor bedrijven en zzp’ers mogelijk om een vermindering te krijgen op de door hen verschuldigde loonheffing. De vermindering is gekoppeld aan innovatie-ontwikkelprojecten. De WBSO heeft een structureel ‘vast’ budget. Er is een tekort in het budget van de WBSO vanaf 2024. Door de intensivering blijft het budget op peil zodat de parameters van de WBSO (tarief eerste schijf, tarief tweede schijf en/of schijfgrens) in 2024 niet naar beneden hoeven te worden bijgesteld.
  • 6d Verhoging budget EIA
    • Het budget van de energie-investeringsaftrek (EIA) wordt verhoogd vanaf 2025.
  • 6e Verhoging budget MIA
    • Het budget van de milieu-investeringsaftrek (MIA) wordt verhoogd vanaf 2027. In de MIA geldt een toenemend aantal aanvragen door de klimaat- en energietransitie en daarnaast speelt de inflatie ook een rol (de budgetten worden niet jaarlijks geïndexeerd).
  • 8b Verhogen percentage minimumkapitaalregel
    • Ter dekking van de aanpassing in het kader van interne treasury wordt het percentage in 2024 verhoogd van 9% naar 10,6%. Als gevolg van een herijking en de ruimere vormgeving is dit hoger dan de 9,4% die was voorzien in de Voorjaarsnota 2023.
  • 11 Wetsvoorstel Fiscaal kwalificatiebeleidrechtsvormen
    • In het pakket Belastingplan 2024 loopt het wetsvoorstel Wet fiscaal kwalificatiebeleid rechtsvormen mee. De in het wetsvoorstel voorgestelde aanvullende kwalificatiemethoden van buitenlandse rechtsvormen leiden naar verwachting slechts in een gering aantal gevallen tot een wijziging van de kwalificatie van voor Nederlandse fiscale doeleinden transparant naar niet-transparant of omgekeerd. Om die reden is sprake van een verwaarloosbaar budgettair effect.
  • 12 Alternatieve systematiek voor schenken vanuit de vennootschap
    • Met deze maatregel wordt geregeld dat giften door de vennootschap niet worden aangemerkt als verkapte winstuitdeling aan de aanmerkelijk belanghouder en dus niet leiden tot een heffing van inkomstenbelasting (box 2) en dividendbelasting. Daarbij vervalt de giftenaftrek in de vennootschapsbelasting, waardoor giften niet langer aftrekbaar zijn van de winst van de vennootschap.
  • 13 Onbelaste reiskostenvergoeding verhogen met 1 eurocent
    • De maximale onbelaste reiskostenvergoeding die een werkgever aan werknemers mag vergoeden wordt voor zakelijke reiskosten verhoogd van 22 naar 23 eurocent per kilometer.
  • 14 Verhogen accijns op stookolie
    • Het accijnstarief voor zware stookolie wordt verhoogd van 41,31 naar 654,54 (euro/1000kg). Reden is dat in toenemende mate zware stookolie op de markt wordt gebracht als vervanger van gasolie (diesel). Dat leidt tot een budgettaire derving (minder gasolie, meer zware stookolie) en is slechter voor het milieu dan gasolie vanwege onder andere het hogere zwavelgehalte. Het fiscalevoordeel is de belangrijkste prikkel om deze stookolie te gebruiken. Om dit voordeel weg te nemen wordt het tarief voor zware stookolie gelijkgesteld met het accijnstarief voor gasolie.
  • 15 Aanscherpen afschrijvingsbeperking gebouwen in de IB
    • Het afschrijven van gebouwen in eigen gebruik in de IB wordt beperkt tot de WOZ-waarde van de gebouwen. Hierdoor wordt de afschrijvingsbeperking gebouwen in de IB gelijk getrokken met die in de vpb.
  • Korten verhoging MIA budget t.b.v. uitvoeringskosten & kadercorrectie
    • In 2022 is als onderdeel van het mkb-pakket het budget van de MIA met 50 miljoen euro verhoogd. In 2023 is van dit bedrag 2 miljoen euro afgetrokken ten behoeve van uitvoeringskosten. Met deze maatregel wordt ook in 2024 de MIA verhoging gekort naar 48 miljoen euro, waardoor 2 miljoen euro kan worden besteed voor uitvoering. Dekking van de uitvoeringskosten voor de jaren 2025 en verder wordt bezien als onderdeel van reguliere uitgavenbesluitvorming.
  • 18 Aanvullende verhoging budget EIA
    • Het budget van de EIA wordt (aanvullend op maatregel 6d) verhoogd per 2024 ten behoeve van energiebesparende bedrijfsmiddelen voor de glastuinbouwsector.
  • 19 CO2-heffingglastuinbouw
    • Per 2025 wordt de CO2-heffingglastuinbouw geïntroduceerd.
    • Er wordt voorgesteld het verlaagde tarief voor de glastuinbouwsector af te schaffen en een beperking op te leggen in de vrijstelling van de elektriciteitsopwekking. Het kabinet wil met deze voorstellen glastuinbouw en industrie een prikkel tot verduurzaming te geven. Om ook de overgang naar een fossielvrije economie te stimuleren, stelt het kabinet voor om per 1 januari 2025 ook warmte en elektriciteit voor eigen gebruik te belasten met energiebelasting. Deze maatregelen liggen besloten in het wetsvoorstel Belastingplan 2024, het wetsvoorstel Fiscale klimaatmaatregelen glastuinbouw en het wetsvoorstel Fiscale klimaatmaatregelen elektriciteit en industrie.
  • 20 Technische schuif lagere Whk premie 2024 en compensatie door verhogen Aof premie
    • UWV stelt elk jaar de Whk-premie lastendekkend vast. Het budgettaire effect wordt in het inkomstenkader zoals gebruikelijk door aanpassing van de Aof-premie gecompenseerd. Deze technische schuif zorgt ervoor dat de werkgeverslasten per saldo niet veranderen. De afgelopen jaren was telkens sprake van een iets hogere Whk-premie, die werd gecompenseerd door de Aof-premie iets te verlagen. Voor 2024 raamt UWV lagere uitgaven vanuit de Whk, voornamelijk omdat een aantal grote uitzendbureaus vanaf 2024 eigenrisicodrager voor de Ziektewet worden. Hun uitkeringen worden dan niet meer door UWV betaald. De lagere Whk-premie komt neer op een lastenverlichting voor bedrijven van 567 miljoen euro. Deze lastenverlichting wordt in het inkomstenkader gecompenseerd door een lastenverhoging voor bedrijven via de Aof-premie.
  • H1 Herijking: Verhoging vaste voet bpm met 200 euro
    • In de raming is nu ook rekening gehouden met bpm bij parallelimport en export en er is gebruik gemaakt van de definitievetabelcorrectiefactor voor 2024. De structurele opbrengst stijgt van de eerder geraamde 88 naar 119 miljoen euro.
  • H2 Herijking: Afschaffen betalingskorting IH
    • Naar aanleiding van het certificeringsprocesmet het CPB is de raming gecorrigeerd op het punt dat de betalingskorting in de inkomstenbelasting geen belastbaar voordeel is. De raming sloot in eerste instantie bij de situatie in de vpb waar de betalingskorting wel een belastbaar voordeel was. De opbrengst stijgt van 59 naar 90 miljoen euro.
  • H3 Herijking: vbi – aansluiten bij icbe-definitie
    • In de oorspronkelijke raming was voor deze maatregel geen budgettair effect geraamd. Bij nadere analyse blijkt dat het tariefverschil tussen het forfaitaire box 2-systeem voor het dga-vbi-regime per saldo toch als iets gunstiger beschouwd moet worden dan het gecombineerde tarief van de extra vpb-heffingmet daarbij de mogelijkheid tot uitstel van de box 2-heffing. Hierdoor wordt de grondslag van de familie-vbi’s per saldo iets hoger belast wat leidt tot een opbrengst van circa 47 miljoen euro.
  • H4 Herijking: Vastgoedmaatregel fbi’s vennootschapsbelasting
    • De vastgoedmaatregel (d.w.z. de wijziging van het regime voor de fiscale beleggingsinstelling in de Wet op de vennootschapsbelasting) heeft als doel de fiscale behandeling van resultaten uit Nederlands vastgoed evenwichtiger te maken. De vastgoedmaatregel verbiedt een fiscale beleggingsinstelling om direct te beleggen in Nederlands vastgoed. Door herijking daalt de opbrengst van 54 naar 46 miljoen euro.
  • H8 Herijking: Verlagen vrijstellingspercentage BOR naar 70% boven 1,5 miljoen euro
    • De herijking is het gevolg van het meenemen van een anticipatie-effect in 2024, omdat er naar verwachting bedrijfsoverdrachten naar voren worden gehaald. Dit effect is bij de vorige raming niet meegenomen. De structurele opbrengst blijft onveranderd op 49 miljoen euro.
  • H9 Herijking: Overige maatregelen BOR/DSR
    • De raming ten tijde van de voorjaarsnota was een eerste inschatting. Op basis van expertisekennis uit de Belastingdienst is de raming aangescherpt. De eerste jaren daalt de opbrengst, structureel stijgt deze van 25 naar 30 miljoen euro.
  • H12 Correcties Voorjaarsnota 2023
    • In de Voorjaarsnota zijn per abuis enkele reeksen niet correct opgenomen, o.a. door afronding. Het betreft de maatregel terugdraaien verlaging energiebelasting uit het energiepakket augustus 2023, de aanvullende margeregeling omzetbelasting, voorkomen dubbele belasting box 3 en doorwerking van amendement verhogen verbruiksbelasting op bieraccijns.
  • Ook is de scholingssubsidie STAP voor 2023 conform de motie Van der Lee gerichter vormgegeven. Hierdoor valt in 2023 een bedrag vrij van 147 miljoen euro. Van dit bedrag wordt 73,5 miljoen euro aangewend om scholingssubsidie SLIM te verhogen in 2024-2027.

Hoofdstuk 3

  • De steunpakketten en het uitstel van betaling die de Belastingdienst bood, hebben veel kwetsbare bedrijven in leven gehouden. Inmiddels zijn de omstandigheden voor het bedrijfsleven genormaliseerd en neemt het aantal faillissementen toe. De jarenlange lage rente is abrupt gestegen, de economische groei remt af en de genoten coronasteun moet worden terugbetaald aan de Belastingdienst. Het is denkbaar dat het aantal faillissementen binnen afzienbare tijd verder toeneemt. Zo’n 45.000 ondernemers zijn in het geheel nog niet begonnen met terugbetalen van deze belastingschuld en een deel van hen is daar mogelijk niet toe in staat.

Belastingplan 2024

  • Zo wordt nu de stelpost ‘aanpak van opmerkelijke constructies en negatief geëvalueerde fiscale regelingen’ ingevuld met maatregelen, financiert het kabinet het uitstel van een nieuw box 3 stelsel naar 2027 en vangt het de tegenvaller bij pijler 2 (invoering wereldwijde minimumbelasting vpb) op.
  • Door de voorgestelde maatregelen gaan mensen met een hoger inkomen iets meer belasting betalen. Onder andere doordat ze na een (minder dan volledige) indexatie van het startpunt van het toptarief in de inkomstenbelasting eerder in het hoogste belastingtarief vallen.
  • Verder verhoogt het kabinet – ook uit gezondheidsoverwegingen – de accijns op alcohol, rooktabak en sigaretten.
  • Daarnaast gaat de MKB-winstvrijstelling omlaag van 14 naar 12,7%, wat ervoor zorgt dat ondernemers met winst iets meer belasting gaan betalen.
  • Tot slot wordt het heffingsvrij vermogen in box 3 niet geïndexeerd en stijgt het belastingtarief in box 3 een jaar eerder naar 34%. Hierdoor worden mensen met vermogen iets hoger belast.
    • Daarnaast wordt het heffingsvrij vermogen in box 3 niet geïndexeerd. Dit betekent dat het bedrag aan vermogen waarover geen belasting hoeft te worden betaald, niet wordt aangepast aan de inflatie of andere prijsontwikkelingen.
    • Box 3: een jaar eerder naar 34% in 2025.
  • Daarnaast kiest dit kabinet ervoor om de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) te behouden, maar wel op een aantal punten beter aan te laten sluiten op het doel van de regeling.
  • Ook voor de WBSO is extra budget vrijgemaakt, zodat de parameters in de WBSO niet verlaagd worden.

Bron en meer informatie: Hoogtepunten uit Miljoenennota 2023, ONL, 21 september 2023


 

/ Nieuwsberichten

Wij komen graag langs!

Voor kennismaking komen we graag bij u langs, Wilt u de nieuwsbrief ontvangen of geïnteresseerd om een bijeenkomst bij te wonen? Laat het ons weten. U kunt ook bellen met 06-14049910

Met vriendelijke groet,
Pieter van Egmond, voorzitter Rotterdams Ondernemersbelang